Dieren en verzorging
Hoe komt Eindhoven Zoo aan zijn dieren?
Het grootste deel van de dieren dat je in Eindhoven Zoo tegenkomt, is ook in Eindhoven Zoo geboren. Daarnaast spelen de collega-dierentuinen van NVD (Nationale Vereniging van Dierentuinen) en de EAZA (European Association of Zoos and Aquaria) een belangrijke rol bij het uitwisselen van dieren.
Een dier dat in de ene dierentuin te veel is, is vaak juist erg welkom in een andere. Om precies te weten wat alle leden van de EAZA aan dieren over hebben en waar ze naar op zoek zijn, is er een grote elektronische database opgezet. Met behulp van deze database kunnen de aangesloten dierentuinen hun dieren aan collega's aanbieden of op zoek gaan naar geschikte dieren.
Voor dieren in een internationaal fokprogramma speelt de coördinator een rol als huwelijksmakelaar: hij of zij bekijkt naar welke dierentuin een dier het best kan verhuizen. Daarbij wordt er natuurlijk op gelet dat dieren niet aan elkaar verwant zijn en dat ze qua leeftijd goed bij elkaar passen.
Zie voor meer informatie: www.nvddierentuinen.nl.
Wat doen jullie om de dieren zo natuurlijk mogelijk te laten leven?
Eindhoven Zoo wil dat alle dieren ook echt het beest uit kunnen hangen, net zoals jij dat kan in Eindhoven Zoo! De verblijven zijn aangepast aan de natuurlijke behoefte van de diersoort. Door middel van verrijkingsoefeningen met voedsel en andere materialen wordt het leven voor de dieren in Eindhoven Zoo zo afwisselend mogelijk gehouden. Eindhoven Zoo laat tevens geregeld gedragsstudies uitvoeren.
Waar komt het voedsel van de dieren vandaan?
Een aan Eindhoven Zoo gekoppelde leverancier levert groente, vis en vlees voor de dieren. Eindhoven Zoo is zich bewust van al het leven op aarde en wil zijn steentje bijdragen aan een duurzame wereld. Daarbij is het van belang dat de visvangst en de andere voedingsmiddelen zo ‘eerlijk’ mogelijk worden verkregen.
Eten de dieren het hele jaar door hetzelfde?
Nee, de dieren hebben een seizoensgebonden maaltijd. Er wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met het natuurlijke dieet.
Wat doen jullie om de uitbraak van ziekten bij dieren te voorkomen?
Bij uitbraak van epidemieën hebben dierentuinen voorrang op enten. Er zijn ook verplichte entingen voor onder andere wolven, bevers, katachtigen en herkauwers. Het toedienen van wormenkuren is ook een onderdeel om het welzijn van de dieren te waarborgen. Wanneer we denken dat een dier ziek is, wordt het dier in quarantaine geplaatst om zo eventuele besmetting te voorkomen.
Trainen jullie dieren? Hoe en waarom trainen jullie dieren?
Ja, een aantal diersoorten (bijvoorbeeld de olifanten) worden dagelijks getraind. Wij maken gebruik van een beloningssysteem. Wil je weten hoe het beloningssysteem werkt? Kom het vragen aan onze dierverzorgers.
We trainen de dieren omdat het enerzijds meerwaarde heeft voor het dier. Op deze manier kunnen we namelijk de gezondheidstoestand goed in de gaten houden, maar ook gedragsverrijking en ontwikkeling van de dieren stimuleren. Anderzijds is het natuurlijk ook leuk te laten zien aan bezoekers wat onze dieren allemaal leren. Kom eens een kijkje nemen bij de dagelijkse presentaties.
Hoe geven jullie medicijnen aan dieren?
Medicijnen worden via het voer gegeven. Denk aan medicijnen in de vorm van een poeder of een vloeibaar middel. Mocht er een injectie nodig zijn, dan wordt dit op afstand via een blaaspijp of luchtdrukpistool geïnjecteerd. Gevaarlijke dieren worden onder verdoving behandeld en dat gebeurt altijd door een gespecialiseerde dierenarts.
Hebben alle dieren een binnenverblijf?
Ja, alle dieren hebben een binnenverblijf/schuilstal.
Waar is een fokprogramma voor?
Een fokprogramma heeft als doel een dierpopulatie in de dierentuin op peil te houden. Hierbij wordt rekening gehouden met verschillende facetten en verplichtingen, als bijvoorbeeld het vermijden van inteelt en het behouden van de natuurlijke eigenschappen van de diersoort.
Er zijn diersoorten die steeds schaarser worden in Europa. Om te zorgen dat er geen dieren uitsterven, zijn er speciale fokprogramma’s opgericht. Deze programma’s heten EEP’s (European Endangered species Programme). Er is één coördinator verantwoordelijk voor ieder fokprogramma. De verantwoordelijke bepaalt welke dieren zicht voort gaan planten om zo de diersoort op een verantwoorde manier te houden. Ook worden er voor verschillende diersoorten op Europese schaal stamboeken bijgehouden, de ESB’s (European Stud Book).
Voor een aantal bedreigde diersoorten heeft een EEP ertoe geleid dat ze na verloop van tijd weer uitgezet konden worden in de vrije natuur. Een voorbeeld uit Eindhoven Zoo: verschillende vale gieren die zijn geboren in Eindhoven Zoo zijn in Bulgarije uitgezet in de natuur (https://www.eindhovenzoo.nl/nieuws/vale-gier-uitgezet-natuurgebied/).
Wat doen jullie met dode dieren?
De NVD (Nederlandse Vereniging van Dierentuinen) heeft een code Dood Dier Materiaal opgesteld. Deze code is opgesteld voor alle dierentuinen die zijn aangesloten bij de NVD. In deze code staat de wet en regelgeving betreffende Dood Dier Materiaal.
Er zijn verschillende opties, afhankelijk van de diersoort en de doodsoorzaak. Dode dieren worden overgebracht naar een destructiebedrijf, aan de wetenschap overgedragen of ze komen in musea terecht. Het gebeurt ook wel eens dat dode dierentuindieren als prooidier worden gevoerd aan de roofdieren. Dit alles op controle en bevestiging van de dierenarts.
Hoe verhuizen jullie dieren?
Het verhuizen van de dieren is diersoortafhankelijk. Voor grotere dieren, zoals olifanten, is immers een grotere ‘verhuisdoos’ nodig dan voor een rode panda. Voor iedere diersoort is een officieel protocol opgesteld.